Afgelopen week logeerde Anna in het logeerhuis waar we in de rapportage een scala aan verschillende namen van (flex)begeleiders voorbij zagen komen. We kenden niemand en niemand kende Anna. Zo leek het. Want Anna stopte met ontbijten. Haar favoriete maaltijd van de dag.
‘Als ze het lepeltje heeft gezien waarmee ik de roosvicee door de karnemelk heb geroerd, drinkt ze niet meer. Niet omdat ze geen dorst heeft. Ze wil dat we het lepelen. Ik weet dat soort dingen’ zei de vaste begeleidster van de dagopvang door de telefoon. Ik had haar over het ontbijt weigeren verteld. De begeleidster van de dagopvang kent Anna al jaren. Ze kent haar structuren, haar eigenaardigheidjes en patronen. Ze lezen haar. Ze begrijpen haar zonder woorden. En precies daarom zit Anna zo ontzettend goed in haar vel op de dagopvang.