Brus van mijn zus

‘Ook vré-se-lijk zwaar voor je zoontje.’ Een buurvrouw van verderop kijkt met een ernstig gezicht naar Mees. Het broertje van Anna.
‘Ik ken gezinnen als jullie. Heb daar járen mee gewerkt. Het is voor hem – wijzend naar Mees- heel moeilijk’.
Ik slik een opmerking door en kijk naar Anna die haar t-shirt omhoog trekt. Ze rukt zo hard aan de romper dat de knopjes losschieten. Tevreden aait ze over haar blote buik.
‘Nou deze jongen komt echt niks te kort hoor’ zeg ik kattiger dan de bedoeling is. Ik aai Mees over z’n hoofd.
Terwijl ik de romper van Anna Sophie weer probeer vast te maken som ik een paar vaste argumenten op waarom broertje Mees echt niks te kort komt, ook niet beter weet en een heel fijn leven heeft.
Verantwoorden. Het zal niet nodig moeten zijn. En toch doe ik het. Het is niet voor het eerst dat ik word gewezen op het welbevinden van Mees.
Men heeft regelmatig medelijden met Mees. Omdat, ik citeer een veel gehoorde opmerking: het zielig is dat hij zo’n zus heeft.
Hij zal niet genoeg aandacht krijgen, omdat de aandacht naar Anna uitgaat. Hij zal soms moeten meehelpen. Hij moet rekening houden met Anna. Hij heeft last van haar geluiden en haar buien. Hij zal niet spontaan samen met zijn zus naar een indoor speeltuin kunnen.
Ja. Dus, nou en? Ben ik nu gezakt als curling moeder? De andere kant: je kind pamperen, alle obstakels weghalen en je kind behandelen als prinsen en prinsessen is mishandeling. Aldus de Deense psycholoog Bent Hougaard, in een artikel over curling ouders*
Lieve Mees, ik ben ervan overtuigd dat het anders is om met Anna Sophie als zus op te groeien.
Je leert omgaan met teleurstellingen. Je leert om rekening te houden met anderen. Je grenzen aan te geven. Je zorgt. Je troost. Je ziet ons verdriet en onze liefde. Je leert dat het leven niet maakbaar is.
Laten we het samen gaan ontdekken in plaats van vooraf problematiseren.
Laten we blijven praten en ervaringen delen.
Laten we verdriet en verlies normaliseren. Het hoort gewoon bij het leven.
Zonder verdriet geen geluk. Zonder verlies geen liefde! Dat is wat jij leert dankzij je zus.
En verder… Privé voorstellingen van cliniclowns. Altijd vooraan parkeren. Een snoezelbubbelbad thuis. Lotgenoten evenemeten waarbij brusjes standaard in de watten worden gelegd én bijzondere ontmoetingen met andere kinderen met een beperking.
Is zo slecht nog niet 😉
Wat een geluk met zo’n zus! Wat een geluk heeft zij met jou. Lief wijs broertje.
Fijne broer en zus dag lieverds!
*curling ouders willen alles leuk maken voor hun kinderen – die daardoor niet leren hoe ze zichzelf later moeten redden

3 gedachten over “Brus van mijn zus”

  1. Lieve moeder van Anna Sophie en Mees,
    Je hebt helemaal gelijk. Het is anders om met een zus(je) of broer(tje) zoals Anna Sophie op te groeien. Maar vaak ook zó mooi! Wij en onze kinderen hebben daar ervaring mee. Onze oudste zoon heeft het syndroom van down, of zoals hij zelf zegt: ik ben ‘een droom van down’ en onze oudste dochter is doof geboren.
    Hun jongere broertje en zusje hebben dus best wel eens wat moeten ‘inleveren’ maar ze hebben daar ook zovéél voor terug gekregen. Onze 4 kinderen zijn al een tijdje volwassen en de jongste 2 zeggen dat ze nooit ook maar iets tekort zijn gekomen en dat ze het altijd heel bijzonder hebben gevonden om op te groeien met een broer met down en een dove zus. Soms wel eens vervelend, maar vaak ook geweldig.
    Onze dochter zei zelfs eens dat ze zelf eigenlijk wel een zoon of dochter zou willen krijgen zoals haar broer.
    Onze kinderen zijn, doordat ze zijn opgegroeid met hun broer en zus met een beperking (daarvan ben ik overtuigd), opgegroeid tot heel sociale en invoelende volwassenen. Ze hebben respect voor elk mens, hoe ze er ook uit zien, of wat ze wel of niet kunnen. En ik ben, als moeder van die 4, ontzettend trots op ze!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven